U kent het beeld wel een piraat met een prachtige grijns en een gouden oorring leunt met een been op de reling van zijn schip. Dit geromantiseerde plaatje uit vervlogen tijden verhult echter de keiharde realiteit van de zeevarenden destijds. Sloeg je overboord op zee hoe kon je dan nog ooit begraven worden? Het was toen gebruikelijk als dan een lichaam aanspoelde dat van de (gouden) oorbellen die je droeg een begrafenis werd betaald. Over het algemeen wordt gedacht dat idee terugvoert op het verhaal van Charon de veerman, waar je goud aan moest betalen om de rivier de styx over te worden gezet alvorens je naar Hades kon gaan.
Nederland
De vissers uit de kustdorpen van de Zuiderzee, zoals Urk, Marken of Volendam, waren vaak gelovig en vonden een degelijke, christelijke begrafenis belangrijk. Maar wat als je overboord sloeg en je maten op het schip konden je niet meer vinden? Dan dreef je lijk maar wat rond, of spoelde het ergens op een vreemde kust aan. Een begrafenis kon je dan wel schudden.
Daarom bestond er rond de Zuiderzee een mooi systeem om verdronken zeelui de laatste eer te kunnen bewijzen. Elke zeeman droeg een of twee gouden oorbellen of één gouden jasknoop, van behoorlijk gewicht en kwaliteit. Als ergens een onbekende zeeman aanspoelde, werden zijn oorbellen gebruikt om een begrafenis mee te betalen en een grafsteen mee op te richten. Ook werd gezocht naar tatoeages op het lichaam, want die konden iets vertellen over waar je vandaan kwam. Als je mazzel had, kon je dan zelfs in je eigen dorp worden begraven.
(het stukje over nederland is ontleend aan het Nationaal Historisch museum : http://www.innl.nl)